Ameland – In maart 2025 start Rijkswaterstaat een omvangrijk onderzoek naar de effecten van zandwinning op de natuur op de zeebodem bij Ameland. Dit onderzoek, dat loopt tot en met 2028, heeft als doel inzicht te krijgen in de impact van zandwinning op het bodemleven in de Noordzee, specifiek ten noorden van het Waddeneiland Ameland.
Zandwinning op de Noordzee is een essentieel onderdeel van het kustonderhoud van Nederland, waarbij zand wordt gewonnen om de kustlijn te beschermen tegen de zee. In de zomer van 2025 zal zand worden aangebracht op het strand van Ameland-West en later op de zeebodem bij Ameland-Oost. Het zand wordt gewonnen van de Noordzeebodem, tot een diepte van zes meter. Om de effecten van deze zandwinning op de natuur beter te begrijpen, wordt er nu uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar de situatie voor, tijdens en na de zandwinning.
Het onderzoek richt zich met name op het bodemleven en de invloed van de zandwinning op de natuurontwikkeling op de zeebodem. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een ‘Before After Control Impact’-methode. Dit betekent dat de situatie op de zandwinlocaties wordt vergeleken met vergelijkbare plekken in de omgeving waar geen zand wordt gewonnen. Op die manier kan worden vastgesteld hoe het bodemleven zich herstelt na de zandwinning, wat essentieel is voor het behoud van de ecologische balans in het gebied.
Meetframes en Sensortechnologie
Op drie verschillende locaties ten noorden van Ameland worden meetframes met sensoren op de zeebodem geplaatst. Eén meetframe komt bij de zandwinput, de andere twee op vergelijkbare locaties in de buurt waar geen zandwinning plaatsvindt. Deze locaties worden gemarkeerd met betonning om ze duidelijk herkenbaar te maken voor scheepvaart en andere activiteiten in het gebied. De meetframes komen op een diepte van 20 tot 25 meter te staan, waar de sensoren verschillende eigenschappen van het zeewater meten, zoals stromingen, turbulentie, zuurstof- en zoutgehalte.
De sensoren helpen om in detail te begrijpen hoe het water zich gedraagt in het gebied en welke factoren van invloed zijn op het bodemleven. Dit is cruciaal voor het bepalen van de juiste maatregelen om de natuur in het gebied te beschermen en het herstel van het bodemleven te bevorderen na de zandwinning.
Bodemmonsters en Verdere Analyse
Naast de sensoren worden er ook bodemmonsters genomen om het bodemleven in kaart te brengen. Dit biedt gedetailleerde informatie over de huidige staat van de zeebodem en de biodiversiteit. Deze gegevens kunnen worden vergeleken met de metingen die later tijdens en na de zandwinning worden gedaan. Zo kan het onderzoek nauwkeurig de effecten van zandwinning op het bodemleven volgen.
Samenwerking en Financiering
Dit onderzoek is een samenwerking tussen verschillende gerenommeerde onderzoeksinstellingen, waaronder Wageningen Marine Research, Deltares, de Technische Universiteit Delft en het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ). Het onderzoek wordt mede gefinancierd door de stichting La MER, waar commerciële zandwinbedrijven in Nederland bij zijn aangesloten. De resultaten van het onderzoek zijn van groot belang voor het monitoring- en evaluatieprogramma “Zand uit zee”, dat nodig is voor de vergunningverlening voor toekomstige zandwinning onder de Omgevingswet.
Duur en verwachte Impact
Het onderzoek zal naar verwachting duren tot en met 2028. Het biedt niet alleen waardevolle inzichten voor de zandwinning in de toekomst, maar draagt ook bij aan het behoud van de ecologie van de Noordzee en de Waddenzee. De verzamelde kennis zal gebruikt worden om nog beter rekening te houden met de impact op het bodemleven en de natuur tijdens toekomstige zandwinning, zodat we op een verantwoorde manier kunnen blijven werken aan de bescherming van onze kust.
Rijkswaterstaat zet met dit onderzoek een belangrijke stap richting duurzamer kustbeheer, waarbij ecologische belangen en economische activiteiten hand in hand gaan.
| Rijkswaterstaat.nl |